Je hebt het misschien al eens meegemaakt of je zult het ongetwijfeld nog meemaken als je meer gaat experimenteren met je Raspberry Pi, dat je niet inlogt in de desktopomgeving maar begroet wordt door een zwart scherm en de commandline.
Om je grafische interface te laden tik je:
startx
En je kunt meteen weer aan de slag met je bureaublad, werkbalken & iconen. Waarom zou je dan leren werken met de command line?
Ten eerste kun je wanneer er iets fout loopt in het OS meestal nog terecht in de command line om het probleem te (proberen) repareren. Verder kun je ook klik-intensieve taken soms vervangen door een enkele regel in de command line. En je kunt uiteraard ook aan bestandsbeheer doen maar op een veel efficiëntere manier (bij complexe taken). Het spreekt trouwens ook vanzelf dat een computer die geen grafische interface moet laden, meer geheugen en processorkracht over heeft voor andere taken. Ten vijfde kun je ook de shell gebruiken om vanop een andere pc je Pi te beheren.
Tenslotte heb je ook eerst in prentenboeken gekeken voor je zelf leerde lezen en schrijven. Het is dus tijd om te leren lezen en schrijven in Linux!
Nadat je klaar bent met de installatie van Raspbian (via Noobs of gewoon rechtstreeks) wil je uiteraard meteen zoveel mogelijk uitproberen. Met de volgende tips haal je het maximale uit je Pi als desktopcomputer.
1 – Maak alle verborgen menu-items zichtbaar
Raspbian wordt met meer programma’s en opties geleverd dan er standaard getoond worden. Ik begin mijn configuratie dus steeds met al deze software weer zichtbaar te maken. (meer…)
Via de printknop rechts bovenaan kun je je favoriete foto’s afdrukken zodat je ze kunt uitdelen of in een kadertje aan de muur hangen.
In het midden zie je de weergave van je foto op een blad papier. Het wit staat voor de witruimte op het blad en als er grijze randen zichtbaar zijn dan stellen die de ruimte voor waarin je iets kunt printen die niet door het kiekje gevuld wordt.
De panelen aan de linkerkant (catalogus en informatie) werken op exact dezelfde manier als in de bibliotheekmodus.
Een presentatie of slideshow starten in darktable is extreem eenvoudig. Klik rechts bovenaan op ‘presentatie’ en de presentatie van de huidige foto’s in je filmstrip start. Er wordt rekening gehouden met filters en sorteervolgorde. Enkele handige tips en shortcuts: Elke keer je klikt ga je naar de volgende foto. Een Lees meer…
Tegenwoordig worden camera’s ook uitgerust met een GSP-sensor zodat je achteraf makkelijk kunt opzoeken waar je foto precies genomen werd. Ook de camera op je smartphone bewaart de locatie van je foto’s in je bestand.
In het midden van je scherm zie je de wereldkaart waarop je thumbnails van je foto’s in je filmpstrip kunt zien (als die geografische data bevatten). Je kunt slepen met de linkermuisknop en in- en uitzoomen met het muiswiel.
De ontwikkelkamer in darktable is voorzien van verschillende tools, modules, om je foto er uitstekend te laten uitzien. Net als in de bibliotheekweergave zie je rond de ontwikkelkamer verschillende panelen met diverse functies gaande van informatiepanelen en een overzicht van alle bewerkingen naar een histogram en meer dan 45 modules om je foto’s perfect mee te ontwikkelen.
Voor we aan de rondleiding beginnen eerst enkele handige tips/shortcuts:
gebruik je muiswiel om in- en uit te zoomen op de foto.
ctrl+e laat je snel één afbeelding exporteren (de ontwikkelkamer gebruikt dan de instellingen uit je bibliotheek).
In een vorige darktable-tutorial maakten we al kort kennis met de bibliotheek van darktable. In deze handleiding gaan we dieper in op de bibliotheekweergave, handige shortcuts en de verschillende panelen die je kunt gebruiken om je foto’s te importeren, classificeren en sorteren.