Tag: Nederlands

  • Telwoorden

    Telwoorden

    In deze les leer je telwoorden herkennen en ontdek je dat er verschillende soorten telwoorden bestaan: hoofd- en rangtelwoorden. Klik op de dubbele pijl rechts onderaan om de les op je volledige scherm te bekijken.

  • Voornaamwoorden

    Voornaamwoorden

    In deze les leer je voornaamwoorden herkennen en ontdek je dat er verschillende soorten voornaamwoorden bestaan: persoonlijke, bezittelijke wederkerende, wederkerige, aanwijzende en vragende. Klik op de dubbele pijl rechts onderaan om de les op je volledige scherm te bekijken.

  • Werkwoorden

    Werkwoorden

    In deze les leer je werkwoorden herkennen en ontdek je dat er 3 soorten werkwoorden bestaan: zelfstandige werkwoorden, koppelwerkwoorden en hulpwerkwoorden. Klik op de dubbele pijl rechts onderaan om de les op je volledige scherm te bekijken.

  • Voorzetsel

    Voorzetsel

    In deze les leer je voorzetsels herkennen en vaste voorzetsels gebruiken. Klik op de dubbele pijl rechts onderaan om de les op je volledige scherm te bekijken.

  • Bijvoeglijk naamwoord

    Bijvoeglijk naamwoord

    In deze les leer je de theorie over het bijvoeglijk naamwoord en maak je enkele oefeningen erover. We bekijken ook de trappen van vergelijking, die een speciale eigenschap zijn van veel bijvoeglijke naamwoorden. Klik op de dubbele pijl rechts onderaan om de les op je volledige scherm te bekijken.

  • Lidwoord

    Lidwoord

    In deze les leer je over de verschillende lidwoorden. We hebben het over bepaalde en onbepaalde lidwoorden en we maken enkele oefeningen op het gebruik ervan. Klik op de dubbele pijl rechts onderaan om de les op je volledige scherm te bekijken.

  • Zelfstandig naamwoord

    Zelfstandig naamwoord

    In deze les leer je zelfstandige naamwoorden herkennen en ontdek je dat er 2 soorten zelfstandige naamwoorden bestaan: soortnamen en eigennamen. Klik op de dubbele pijl rechts onderaan om de les op je volledige scherm te bekijken.

  • Herhalingsoefeningen

    Herhalingsoefeningen

    Om alle geziene theorie even te testen of om te zien welke onderwerpen je best nog even herhaalt, kun je deze herhalingsoefeningen maken.

  • Bijwoordelijke bepaling

    Bijwoordelijke bepaling

    Bijwoordelijke bepaling herkennen De bijwoordelijke bepaling (b.w.b.) is een verzameling van alle overblijvende zinsdelen. Hieronder vind je enkele voorbeelden. Bijwoordelijke bepaling van plaats: Hij woont in Gent. Waar woont hij? –> In Gent. Bijwoordelijke bepaling van richting. We trokken verder naar het noorden. Waarheen trokken we verder? –> naar het noorden. Bijwoordelijke bepaling van tijd.…

  • Voorzetselvoorwerp

    Voorzetselvoorwerp

    Voorzetselvoorwerp herkennen Een voorzetselvoorwerp (v.z.v.) begint altijd met een voorzetsel (op, onder, naast, aan, met, naar, voor, in, …). Een voorzetselvoorwerp komt alleen voor bij werkwoorden met een vast voorzetsel. Enkele voorbeelden (de pv staat onderstreept): Ik / twijfel / aan deze methode. // (twijfelen aan) Hij / verwondert / zich / over dat gedrag.…

  • Meewerkend voorwerp

    Meewerkend voorwerp

    Meewerkend voorwerp herkennen Het meewerkend voorwerp (m.v.) vind je door de volgende vraag te stellen: aan/voor wie/wat + pv + o. + l.v. + (n.)w.w.a. Enkele voorbeelden (de pv is onderstreept): Hij / gaf / zijn vriendin / een kostbaar geschenk. // –> Aan wie/wat gaf hij een kostbaar geschenk? –> aan zijn vriendin. Chaïmae…

  • Lijdend voorwerp

    Lijdend voorwerp

    Lijdend voorwerp herkennen Het lijdend voorwerp (l.v.) vind je door de volgende vraag te stellen: Wie of Wat + pv + 0 +(n.)w.w.a. Voorbeelden (de pv is onderstreept): Ik / at / de sappige peer / op. //–> Wat at ik op? –> De sappige peer. Ik / heb / je telefoonnummer / gekregen. //…

Mastodon