Lijdend voorwerp herkennen
Het lijdend voorwerp (l.v.) vind je door de volgende vraag te stellen:
- Wie of Wat + pv + 0 +(n.)w.w.a.
Voorbeelden (de pv is onderstreept):
Ik / at / de sappige peer / op. //–> Wat at ik op? –> De sappige peer.
Ik / heb / je telefoonnummer / gekregen. // –> Wat heb ik gekregen? –> je telefoonnummer
Hij / gaf / het / aan hem. // Wat gaf hij? –> Het
Tip:
Wanneer in je zin een naamwoordelijk deel staat, dan kan er geen lijdend voorwerp meer zijn.
Oefeningen
- Zoek het lijdend voorwerp
- Benoem de zinsdelen
Geef een reactie of stel een vraag.