Meewerkend voorwerp

Meewerkend voorwerp herkennen

Het meewerkend voorwerp (m.v.) vind je door de volgende vraag te stellen:

aan/voor wie/wat + pv + o. + l.v. + (n.)w.w.a.

Enkele voorbeelden (de pv is onderstreept):

Hij / gaf / zijn vriendin / een kostbaar geschenk. // –> Aan wie/wat gaf hij een kostbaar geschenk? –> aan zijn vriendin.

Chaïmae / geeft / Jonathan / een boek. // –> Aan wie/wat geeft Chaïmae een boek? –> Aan Jonathan.

Hij / kocht / een leuk geschenkje / voor zijn vriendin. // –> Voor wie/wat kocht hij een leuk geschenkje? –> voor zijn vriendin.

Tip:

Als de zin een naamwoordelijk deel bevat, dan kan er geen lijdend voorwerp maar wel een meewerkend voorwerp in de zin staan.

Oefeningen

  • Zoek het meewerkend voorwerp
  • Zoek de zinsdelen

Start hier de oefeningen.


Geplaatst

in

,

door

Reacties

Geef een reactie of stel een vraag.

Mastodon

Ontdek meer van Kevin Vermassen

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder