Categorie: Nederlands

  • Hoofdletters

    Hoofdletters

    Wanneer schrijf je een hoofdletter? Lees eenmaal de theorie aandachtig en maak dan de oefening. Het eerste woord van een zin. Ik ben gisteren naar de bioscoop geweest. Als de zin begint met een afgekapt woord, dan krijgt het tweede woord de hoofdletter. ’s Avonds gaan we meestal nog een wandelingetje maken. Het eerste woord…

  • Werkwoorden: gemengde oefeningen

    Werkwoorden: gemengde oefeningen

    Een mooie afsluiter van de theorie over de spelling van de werkwoorden of een goeie zelftest om te checken welke werkwoordstijden je best nog even herhaalt. Start hier de oefeningen.

  • Voltooid en onvoltooid deelwoord

    Voltooid en onvoltooid deelwoord

    Wat is een voltooid deelwoord? Het voltooid deelwoord vind je door de volgende zinnen aan te vullen met een werkwoord: ik heb…, ik ben …, het heeft… Bijv. Ik heb gevoetbald, ik heb gewassen, ik ben verloren, het heeft geregend. Voor sterke werkwoorden: klik hier voor de lijst. Je schrijft geen fouten omdat je altijd…

  • Engelse werkwoorden

    Engelse werkwoorden

    Engelse werkwoorden vervoegen Woorden die we uit het Frans, Latijn of een andere taal overnemen, worden in de loop van de tijd aangepast aan de Nederlandse spelling. Maar Engelse woorden behouden hun schrijfwijze! De Stam De stam van de Engelse werkwoorden, vormen we op dezelfde manier als in het Engels. Die stam gebruiken we dan…

  • Werkwoorden – Onvoltooid verleden tijd

    Werkwoorden – Onvoltooid verleden tijd

    Spelling van de werkwoorden – onvoltooid verleden tijd from Kevin Vermassen Tekstversie Sterke en zwakke werkwoorden Het verleden is iets wat vroeger gebeurde: een minuut geleden, gisteren, vorige week, 15 jaar geleden, … Vergelijk de volgende werkwoorden. Infinitief Verleden tijd Sterven Hij stierf Lopen Ze liep Eten Wij aten Wachten Ik wachtte Wandelen Wij wandelden…

  • Werkwoorden – onvoltooid tegenwoordige tijd

    Werkwoorden – onvoltooid tegenwoordige tijd

    Spelling van de werkwoorden – onvoltooid tegenwoordige tijd from Kevin Vermassen Tekstversie Stam en infinitief De infinitief is de vorm van het werkwoord die je in het woordenboek vindt: lopen, spelen, hebben, zwemmen. In het Nederlands eindigt die bijna altijd op –en. De stam van het werkwoord vorm je door het werkwoord in de volgende…

  • Verdelen in lettergrepen

    Verdelen in lettergrepen

    Open en gesloten lettergrepen Soms is het nodig om een woord te splitsen op het einde van een regel. Je kunt splitsen na een lettergreep. Bijv. spe-len bestaat uit 2 lettergrepen, cho-co-la-de bestaat uit 4 lettergrepen. Pa-pier, spe-len, zee,  lie-gen, li-ni-aal, lo-pen, vu-ren, roe-pen. Deze lettergrepen eindigen op een klinker, we noemen ze open lettergrepen.…

  • Medeklinkers

    Medeklinkers

    Spelling van de medeklinkers Stal – stallen, pet – petten, mus – mussen, vis – vissen, bos – bossen bakkerij, pakket Achter een gedekte klank schrijven we een dubbele medeklinker als er nog een doffe of heldere klinker op volgt. Land – landen, wild – wilde, tante, gilde Deu-ren, spe-len, ra-men, bo-men Gooi-de, hui-len, wei-de,…

  • Tweeklanken

    Tweeklanken

    Moeilijke en makkelijke tweeklanken Voor de meeste tweeklanken is er geen enkel probleem. Tussen aai, ooi, ieuw en eeuw hoor je een duidelijk verschil, je zult dus geen fouten schrijven. Moeilijker is het om het verschil tussen ei & ij en ou & au te horen. Hiervoor bestaan jammer genoeg geen regels. Je kunt het…

  • Klinkers

    Klinkers

    Een of twee klinkers? Spellen of spelen? vrije klank in een open lettergreep een klinker bijv. lo-pen in een gesloten lettergreep twee klinkers bijv. ver-staan gedekte klank altijd één klinker bijv. per-sen Oefening a of aa? e of ee? i, ie, y of ey? We schrijven altijd een -ie (vrije of lange [i]) in een…

  • Basisbegrippen van de Nederlandse spelling

    Basisbegrippen van de Nederlandse spelling

      Gelijkvormigheid en vormovereenkomst Gelijkvormigheid We schrijven een woord(deel) altijd op dezelfde manier. Ook al wordt het soms anders uitgesproken. Bijv. pad en niet pat, want het is ook padden. Vormovereenkomst We vormen onze woorden altijd op dezelfde manier. Bijv. stationsstraat en niet stationstraat, want het is ook stationsgebouw. Het is ook fietsster en niet…

  • Bijwoord

    Bijwoord

    In deze les leer je bijwoorden herkennen. Klik op de dubbele pijl rechts onderaan om de les op je volledige scherm te bekijken.

Mastodon