Bijwoordelijke bepaling herkennen
Klik op de dubbele pijl rechts onderaan om de les op je volledige scherm te bekijken.
Hieronder vind je ook de klassieke weergave en de oude oefeningen terug. Bij voorkeur gebruik je de presentatie en oefeningen hierboven, maar wie dat wenst kan ook de oudere inhoud blijven gebruiken.
De bijwoordelijke bepaling (b.w.b.) is een verzameling van alle overblijvende zinsdelen. Hieronder vind je enkele voorbeelden.
- Bijwoordelijke bepaling van plaats:
Hij woont in Gent.
Waar woont hij? –> In Gent. - Bijwoordelijke bepaling van richting.
We trokken verder naar het noorden.
Waarheen trokken we verder? –> naar het noorden. - Bijwoordelijke bepaling van tijd.
Ik ga morgen naar de bioscoop.
Wanneer ga ik naar de bioscoop? –> morgen - Bijwoordelijke bepaling van wijze
Hij ging tergend traag naar buiten.
Hoe ging hij naar buiten? –> tergend traag. - Bijwoordelijke bepaling van middel.
Hij sloeg het slachtoffer met een hamer dood.
Waarmee sloeg hij het slachtoffer dood? –> met een hamer. - Er zijn nog veel meer soorten bijwoordelijke bepalingen. Voor een vollediger lijst, ga naar http://nl.wikipedia.org/wiki/Bijwoordelijke_bepaling
Geef een reactie of stel een vraag.