Naamwoordelijk gezegde

Naamwoordelijk gezegde herkennen Soms hoort er bij de persoonsvorm een woord of woordgroep dat geen werkwoordelijke aanvulling is. Dit is het geval wanneer de pv een koppelwerkwoord is (zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen). De aanvulling, het naamwoordelijk deel (n.d.), hoort bij het werkwoord als de persoonsvorm Lees meer…

Niet-werkwoordelijke aanvulling

Niet-werkwoordelijke aanvulling herkennen Soms hoort er bij de persoonsvorm nog een woord dat geen werkwoord is. Dat stukje noemen we dan een niet-werkwoordelijke aanvulling (n.w.w.a.). De meest voorkomende soorten zijn (de pv is onderstreept): Hij / belde / haar / nog eens / op. // –> Scheidbare werkwoorden als opbellen, Lees meer…

Werkwoordelijke aanvulling

Werkwoordelijke aanvulling herkennen Wanneer je persoonsvorm een hulpwerkwoord is dan heeft de persoonsvorm op zich geen betekenis. Die betekenis zit dan in 1 of meerdere werkwoorden die verderop in de zin staan. Deze aanvullende werkwoorden noemen we uiteraard de werkwoordelijke aanvulling (w.w.a.). Enkele voorbeelden (de persoonsvorm staat onderstreept): Ik / Lees meer…

Persoonsvorm

Persoonsvorm herkennen De persoonsvorm (pv) vind je door een ja/nee-vraag te maken. Het werkwoord dat vooraan in de zin staat is dan de persoonsvorm. Bijvoorbeeld: Dat / is / de Playstation 4 van Timo. // Is / dat / de Playstation 4 van Timo? // Je / hebt / mijn Lees meer…

Zinsdelen

Zinsdelen herkennen Als je tegen iemand iets wilt vertellen dan doe je dat in stukjes. Elk stukje bevat informatie. We moeten onze informatie opdelen omdat het anders te moeilijk wordt voor de luisteraar om het te begrijpen. Stel je maar eens een boek voor zonder leestekens. Daarom plaatsen we na Lees meer…

Zinsleer – overzicht

Als je een taalt leert en bestudeert kom je al snel in aanraking met begrippen als persoonsvorm (pv) en onderwerp (o). Het zijn begrippen die je zeker moet beheersen om de taal meester te worden. Een goede kennis van de zinsleer zal je begrip van spelling vergroten. Je zal bijv. Lees meer…