<=
Index
=>
Zoek de zinsdelen
Vul de gaten.
Schrijf je antwoord in de vakjes. Klik daarna op controleer.
In deze oefening zijn de zinsdelen al benoemd, tik de juiste zinsdelen in de kaders.
Het meisje geeft de honden brokjes.
persoonsvorm =
onderwerp =
lijdend voorwerp =
meewerkend voorwerp =
De regering geeft het onderwijs extra geld.
persoonsvorm =
onderwerp =
lijdend voorwerp =
meewerkend voorwerp =
Gaf de directeur haar een mooi cadeau.
persoonsvorm =
onderwerp =
lijdend voorwerp =
meewerkend voorwerp =
Die overtreding kostte de spits de gele kaart.
persoonsvorm =
onderwerp =
lijdend voorwerp =
meewerkend voorwerp =
Hij liet zijn familieleden zijn fotoalbum zien.
persoonsvorm =
werkwoordelijke aanvulling =
onderwerp =
lijdend voorwerp =
meewerkend voorwerp =
Ze heeft het nieuwtje aan hem al verteld.
persoonsvorm =
werkwoordelijke aanvulling =
onderwerp =
lijdend voorwerp =
meewerkend voorwerp =
Hij kocht een boeketje bloemen voor zijn vriendin.
persoonsvorm =
onderwerp =
lijdend voorwerp =
meewerkend voorwerp =
Controleer
OK
<=
Index
=>