Zoek het lijdend voorwerp

Vul de gaten.

Schrijf je antwoord in de vakjes. Klik daarna op controleer.
Tik het lijdend voorwerp in het kader. Als er geen lijdend voorwerp is zet je gewoon een schuine streep '/'.

Hij maakte zijn huiswerk.


De jongens gooiden sneeuwballen.


Razend gooide de leraar een krijtje door de klas.


Ze hadden hem niet op tijd gewaarschuwd.


Je moet haar helpen.


Wanneer knap je die oude verroeste fiets op?


Dat meisje is de knapste leerling.