Geef de woordsoort

Vul de gaten.

Schrijf je antwoord in de vakjes. Klik daarna op controleer.
Kies uit: bepaald lidwoord / onbepaald lidwoord / zelfstandig naamwoord soortnaam / zelfstandig naamwoord eigennaam / bijvoeglijk naamwoord / zelfstandig werkwoord / koppelwerkwoord / hulpwerkwoord / voorzetsel / persoonlijk voornaamwoord / bezittelijk voornaamwoord / wederkerend voornaamwoord / wederkerig voornaamwoord / aanwijzend voornaamwoord / vragend voornaamwoord / bepaald hoofdtelwoord / onbepaald hoofdtelwoord / bepaald rangtelwoord / onbepaald rangtelwoord / bijwoord / voegwoord / tussenwerpsel

Let extra op de schrijfwijze, als je een fout schrijft, rekent de computer het fout!

Het kleine kind at elke dag lekkere fruitpap.

De -
kleine -
Julien -
at -
elke -
dag -
lekkere -
fruitpap -

Omdat de finale van het wereldkampioenschap in Duitsland door Frankrijk gewonnen werd, knalde er een enorm vuurwerk boven de Eiffeltoren

Omdat -
de -
finale -
van -
het -
wereldkampioenschap -
in -
Duitsland -
door -
Frankrijk -
gewonnen -
werd -
knalde -
er -
een -
enorm -
vuurwerk -
boven -
de -
Eiffeltoren -

Ik heb mijn vrouw leren kennen tijdens een rondvaart op de Schelde.

Ik -
heb -
mijn -
vrouw -
leren -
kennen -
tijdens -
een -
rondvaart -
op -
de -
Schelde -