Spelling van de werkwoorden

Invuloefening

Vul de oefening in, klik op controleer om je oefening na te kijken. Gebruik de "hint"-knop om de eerste letter te krijgen. Let op: je verliest punten als je op de "hint-"knop klikt.
In onderstaande zinnen ontbreken de werkwoorden. Vul altijd de OTT of een deelwoord in, tenzij de OVT duidelijk vermeld staat of nodig is.

Het (blijken-OVT) dat het schilderij al maanden (stelen) (zijn-OVT).
Nadat hij een diepe put (hebben-OVT) (graven), (klimmen-OVT) hij terug naar boven.
Het huis (branden-OVT) af in minder dan een uurtje.
De inbrekers (stelen-OVT) alles wat niet vast (zitten-OVT).
(houden) je die hamer even vast?
Hij (vinden) je adres niet in de witte gids.
Als je wat beter (hebben-OVT) (studeren), had je het antwoord op de vraag (weten).
De landloper (zwerven-OVT) al jaren door deze streek.
Schumacher (racen) alweer naar de eerste plaats.
(eten) je mee? Nee, ik (hebben) vorige week pas (barbecueën).
Ik heb al in jaren niet meer (hockeyen).
Hij (komen-OVT) stilletjes de trap (opsluipen).
De menigte (stuiven-OVT) uit elkaar toen te poltie (arriveren-OVT).
(wachten-OVT) je al lang?
(landen) je vliegtuig om 10 of om 11 uur?
Het (stinken-OVT) er naar uitwerpselen.
Heb je de nieuwe Within Temptation al (beluisteren)?
(komen) je me even helpen?