Schrijf de volgende woorden met ei of ij.

1. Een blauwe (r_ger) heeft onze (v_ver) leeggevist.
2. Het (m_sje) at 's morgens graag een gekookt (_tje) .
3. Vandaag staat (pr_soep) op het menu.
4. Michael Jackson (ber_kte) het toppunt van zijn roem in de tachtiger jaren.
5. De druïde nam het (vl_mscherpe) mes. Hij moest zijn leerling nog (inw_den) in de (geh_men) van de natuur.
6. Pas op! Dat bord is van (porsel_n) Laat het niet vallen.
7. De (keukenm_d) en de knecht lagen samen in de (hooim_t) .
8. (sch_den) doet (l_den)
9. Het laatste (beg_ntje) van Gingelom was verzot op (appelb_gnets) .
10. Met al dat (keukenger_) zal ik een feestmaal kunnen (ber_den)
11. Na twee weken vakantie krijg ik zeker (h_mwee) .
12. Populieren lijken tot aan de hemel te (r_ken) .
13. Lust je (vleespast_) ?
14. Uit geldgebrek verkopen we onze (_ken) tafel.
15. (Acc_nzen) zijn een soort belastingen.
16. In het stadhuis van Dendermonde hangt een (b_aard) .
17. De (r_kw_dte) van een uil bedraagt meer dan een meter.
18. Als een leger aan het verliezen is, kan het maar beter (terugw_ken) .
19. Amazones zaten altijd (schr_lings) op hun paard.
20. Een (roz_n) is een gedroogde druif.
21. Metaal is een goede (gel_der) ; steen niet.
22. Om een vrouwtje te (verl_den) zetten mannetjespauwen hun staart open.
23. (Selder_) is een bekend afrodisiacum.
24. Als ik thuiskom met zo'n slecht rapport, komt er zeker (h_bel) van.
25. In bergachtige streken vind ik een (vall_) altijd het mooist.
26. Elke regering krijgt vroeg of laat te maken met kritiek op het (bel_d) .
27. Het (aardb_s_zoen) loopt op z'n einde.
28. Door een kapotte (regenp_p) (s_pelde) het water naar beneden.
29. Hij lijkt de leugens aan elkaar te (r_gen) .
30. Bij de Indianen waren (kr_gers) ………………… echte helden.