Schrijf de woorden aan elkaar, zet een ‘s’ ertussen waar nodig
Vul de gaten.
Schrijf je antwoord in de vakjes. Klik daarna op controleer.
Kapper + salon =
Beroep + zanger =
Dorp + straat =
Station + straat =
Bedrijf + sector =
Achtervolging + scène =
Belasting + brief =
Bruid + sluier =
Doping + test =
Geluid + demper =
Hart + vriendin =
Kabinet + chef =
Aankoop + prijs =
Varken + stal =
Recht + spraak =
Invloed + sfeer =
Pols + stok =
Stad + school =
Kapitaal + markt =
Kruidenier + zaak =
Schoen + strik =
è
Controleer
OK