Vaste voorzetsels

Vul de gaten

Noteer al je antwoorden in de gaten. Wanneer je klaar bent, druk je op controleer.
Zich hechten Betrokken zijn Zich beklagen
Berusten Akkoord gaan Bestand zijn
Benieuwd zijn Geven Aansporen
Lijden Trots zijn Bestaan
Afkerig zijn Bevreesd zijn Aanspraak maken
Een afkeer hebben Boeten Beschuldigen
Bereid zijn Opkomen Het eens zijn
Uit zijn Verstaan Smeken
Dwepen Ongerust zijn Toestemmen
Zich neerleggen Herinneren Twijfelen
Passen Zich verdiepen Begaan zijn
Snakken Vissen Wedden
Zinspelen Zich verzetten Opmaken
Walgen Zich schamen Oor hebben
Een beroep doen Prat gaan Rekening houden