Lijdend voorwerp herkennen

Het lijdend voorwerp (l.v.) vind je door de volgende vraag te stellen:

  • Wie of Wat + pv + 0 +(n.)w.w.a.

Voorbeelden (de pv is onderstreept):

Ik / at / de sappige peer / op. //–> Wat at ik op? –> De sappige peer.

Ik / heb / je telefoonnummer / gekregen. // –> Wat heb ik gekregen? –> je telefoonnummer

Hij / gaf / het / aan hem. // Wat gaf hij? –> Het

 Tip:

Wanneer in je zin een naamwoordelijk deel staat, dan kan er geen lijdend voorwerp meer zijn.

Oefeningen

  • Zoek het lijdend voorwerp
  • Benoem de zinsdelen

Start hier de oefeningen.


5 reacties

Mieke Bogaert · 21 april 2020 op 17:03

Mijn moeder betaalt me soms voor een klusje.

Is me. LV of MV ?

Werkwoorden – Kevin Vermassen · 1 augustus 2016 op 16:28

[…] werkwoord is een woord dat in veel talen samen met het onderwerp en eventueel een (lijdend en meewerkend) voorwerp de basis vormt van een zin. Werkwoorden drukken een actie (doen, gooien), […]

Meewerkend voorwerp – Kevin Vermassen · 1 augustus 2016 op 20:40

[…] de zin een naamwoordelijk deel bevat, dan kunnen er geen lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp in de zin […]

Zinsleer – overzicht – Kevin Vermassen · 1 augustus 2016 op 20:42

[…] Lijdend voorwerp […]

Geef een reactie of stel een vraag.